Archief
“Partir c’est mourir un peu”
Teruglezen op mijn blog, zowel privé als de openbare berichten beland ik als vanzelf in mijn rollercoaster. Ik leid een zwervend bestaan. Niet letterlijk hoor al leek ik wel even in mijn auto te wonen en altijd onderweg, maar meer in figuurlijke zin. Ik meng me in een leven tot het weer tijd is om te gaan. Drieëndertig jaar, nouja vooral de laatste twintig ervan is een draaideur aan verbindingen met mensen, waarvan een enkeling gewoon bij me blijft.
Verder lezen…
Hoofd en Hart zaken
Januari 2012
Ineens viel het kwartje vanmiddag tijdens het auto rijden. Al maanden aan het stoeien over één ding. In het begin stak het zo af en toe eens de kop op het sluimerde maar liet zich gemakkelijk de kop in drukken. De gedachten van een mens zijn krachtig, je kunt er je leven mee verknallen als je je zelfs maar lang genoeg blijft overtuigen. Ze zijn zo krachtig dat ze zelfs je gevoel kunnen blokken, kunnen overschreeuwen. Gevoel kent geen twijfel, maar het denken van de mens is daar een meester in. In twijfelen bedoel ik dan. Zodra dat hoofdzaken de hartzaken gaan overnemen wordt het troebel en steekt de twijfel de kop op.
Verder lezen…
Mijn besluit!
De pijn in zijn ogen, mijn vaders ogen, ik zie ze wanneer ik versuft wakker word. Mijn hart breekt maar ik barst in lachen uit. Ik maak een grap: “Wat doen die mensen hier allemaal, is er iets te doen?” Hij draait zich om en loopt weg. Vlug richt ik mijn blik op de anderen in de kamer. Eén van mijn vriendinnen roept kutwijf. Ik merk dat ze weg wil gaan maar toch ook niet. In plaats daarvan kijkt ze Marthe, een andere vriendin, aan. Hun blikken zijn veelzeggend, ik ken ze als geen ander, maar ze zijn zoveel kwetsbaarder dan anders. Ik durf niets meer te zeggen, bang dat de boel in elkaar stort wanneer ik mijn mond opentrek. Want wat er voor woordenstroom door mijn hoofd raast, zal niet op prijs gesteld worden. Mijn moeder huilt en stelt vragen waar ik geen antwoord op heb. Ik durf haar niet aan te kijken. Als laatste in de kamer staat mijn broer, mijn grote sterke broer, die gebroken in een hoekje tegen de muur hangt. Hij kijkt van een afstand naar het bed waar ik in lig.
Verder lezen…
Helden
Ken je die reclame, waarin een aantal beesten een ode zingen aan hun held omdat deze milieubewust is. Waar een ezel afsluit met het zinnetje; “Jij bent onze Held!”
Ik moet daar altijd ontzettend om lachen. Met name waarschijnlijk omdat mijn broer en ik hetzelfde zinnetje op diezelfde slome manier naar mijn vader roepen wanneer deze aan het zeuren is. Mijn vader glimlacht dan naar ons en houdt verder op met zijn klaagzang, doel bereikt! Ondanks dat het nu natuurlijk voor de grap geroepen wordt, was mijn vader vroeger nog weleens mijn held. Wanneer mijn vlieger de boom in ging, de ketting van mijn fiets liep en nog meer van dat soort dingen. Mijn vader was groot en sterk, daarbij verdomt handig. Werkelijk bijna alles wat ik wist te slopen kon mijn vader weer in nieuw staat terug brengen. Nu het opkijken tegen mijn vader wat minder als superheld is geworden en de relatie bij tijd en wijlen gewoon gelijkwaardig is, vraag ik me af of ik nog andere helden om me heen heb. Erg lang hoef ik daar niet over na te denken. Eigenlijk heb ik heel veel helden om mij heen.
Verder lezen…
Verbonden
Ik hoor je
Maar ik wil niet luisteren
Ik kijk naar je
Maar wil niets zien
Verder lezen…